Met een maandelijkse bijdrage helpen Emile, Willemijn of Harman met het navigeren van de financiële markten en de zaken die van invloed zijn op jouw vermogen.
Ze belde mij ongeveer drie weken geleden. Ik kon al een beetje raden waarvoor, want ze had mij in het afgelopen halfjaar al een paar keer gebeld. En ja, mijn inschatting bleek juist. Zij vroeg mij hoe ik er over dacht als zij weer een bedrag van haar belegging zou opnemen, omdat zij dringend geld nodig had.
Twintig jaar geleden was zij als wizkid door een bedrijf binnengehaald, maar na een onbenullig incident buiten haar schuld moest zij een nieuwe werkgever zoeken. Ze kreeg een bedrag van € 20.000 mee, dat zij opzij wilde zetten zodat dit bedrag kon uitgroeien tot een aanvulling van haar pensioen op haar pensioengerechtigde leeftijd. Twintig jaar geleden was dat nog 65 jaar en daarom was deze leeftijd destijds ook opgenomen in de omschrijving van het beleggingsdoel. Het bedrag belegde zij bij haar bank en ze heeft mij destijds gevraagd of ik bij de samenstelling van de beleggingsportefeuille behulpzaam kon zijn.
Omdat de belegging een echt toekomstig pensioenkarakter had, heb ik haar op het hart gedrukt om het met rust te laten, ook al zou de verleiding nog zo groot worden om daaraan te onttrekken. Inmiddels is de waarde van dit pensioenbedrag gestegen tot ruim EUR 77.000. Sinds eind vorig jaar onttrekt zij bedragen voor de dekking van verschillende uitgaven, maar belt mij even om te overleggen of dat nu echt verstandig is. “Joh,” zei ik, “denk goed na over wat je doet, want dit is nu de vierde keer dat je geld onttrekt en dat heeft op een zeker moment consequenties.” “Geeft niks,” zei ze, “ik heb het nu dringend nodig en er is alleen al dit jaar EUR 9.400 bijgekomen, dus ’t kan makkelijk.” Op dat moment meende ik dat het goed was om haar het principe van pensioengroei over de lange termijn nog eens uit te leggen.
In de afgelopen 100 jaar, dus vanaf 1924, is de waarde van een wereldwijd gespreide aandelenportefeuille 250 keer hoger geworden. De nadruk ligt daarbij op de woorden ‘wereldwijd’ en ‘gespreid’. Een startbedrag van NLG 44.074
(de tegenwaarde van EUR 20.000), dat op 31 mei 1924 op die manier zou zijn belegd, zou per vandaag EUR 5 miljoen waard zijn. Stel dat je daarvan vanaf je 65-jarige leeftijd gedurende 30 jaar gebruik gaat maken, dan heb je per jaar een bedrag van EUR 166.500 beschikbaar. Dit is wél berekend zonder de te betalen belasting, want die verschilde in de afgelopen 100 jaar nogal. Maar toch, een aanzienlijk bedrag om van te leven. In de afgelopen 50 jaar, dus vanaf 1974, was de waardevermeerdering van zo’n wereldwijd gespreide aandelenportefeuille ruim 36 keer. Eenzelfde startbedrag in guldens zou vandaag dan ruim EUR 723.000 waard zijn. Verdeeld over eenzelfde 30-jarige pensioenperiode zou je jaarlijks ruim EUR 24.000 beschikbaar hebben. Nog altijd EUR 2.000 per maand, afgezien van belasting, dus naast de AOW een mooi pensioen. Maar aan de andere kant zijn de genoemde uitkomsten uitsluitend verkregen door middel van één startbedrag, zonder ook maar een enkele toevoeging. Het kan natuurlijk ook anders. Geen groot startbedrag, maar wél jaarlijkse toevoegingen leiden eveneens tot mooie resultaten. Iemand die vanaf 1974 jaarlijks EUR 1.000 had ingelegd, zou nu over EUR 425.000 beschikken. De helft kan natuurlijk ook: een jaarlijkse storting van EUR 500 zou over de afgelopen vijftig jaar nog altijd een bedrag van EUR 213.000 hebben opgeleverd.
De kracht van een goed pensioen zit hem in de lange termijn. Hoe langer de periode dat het kapitaal kan renderen,
hoe hoger de einduitkomst. Daarnaast kun je sleutelen met een startbedrag of jaarlijkse inlegbedragen, al of niet van gelijke omvang. Het regelmatig opzij zetten van bedragen waar je niet meer aankomt tot het einde van de spaarperiode is bereikt, ofwel pensioensparen, loont dus. Je moet die opzij gezette bedragen dan wel op een goede wijze beleggen.
En dan is laten beleggen door een expert natuurlijk nog veel beter, want dat voorkomt een op emoties gebaseerde tussenkomst om te handelen en de professional kan natuurlijk beter gefundeerde beleggingskeuzes maken.
Met de gewijzigde pensioenwet is het voor iedereen mogelijk om, op veel meer individuele wijze dan voorheen,
het toekomstige pensioen vorm te geven. De hoogte van het startbedrag, de periodieke toevoegingen en de lengte van de periode waarbinnen het pensioenkapitaal belegd blijft, kunnen nu immers door iedereen zelf worden bepaald.
Je hoeft je dan alleen nog te wenden tot een degelijke vermogensbeheerder, die met zijn beleggingsbeleid een goed rendement kan behalen.
Helaas is pensioen voor veel mensen een begrip dat geassocieerd wordt met ouderdom waar ze liever niet aan denken. Het is in de eerste plaats iets dat ver in de toekomst ligt. Voor de meeste twintigers, dertigers en vroege veertigers is pensioen nog niet een heel uitdagende materie om zich mee bezig te houden. Logisch, want op die leeftijd spelen heel andere dingen een rol. Studenten, jonge ouders van kinderen, en kopers van een eigen, meestal eerste woning om maar een paar voorbeelden te noemen, zien pensioen als iets dat nu niet aan de orde is. Dat komt later wel. Dat is zonde, want later betekent een inkorting van de periode waarin beleggingskapitaal kan renderen. En als je, zoals de meeste mensen, geen grote kapitalen opzij kan zetten, doen je er dus verstandig aan om zo vroeg mogelijk met pensioensparen te beginnen. Een voordeel daarbij is dat de fiscus een handje helpt, zeker wanneer het belegde kapitaal op een zogenaamde geblokkeerde rekening staat, waar je tijdens de periode tot aan de pensioendatum niet aan kunt komen. Beleg je via een niet-geblokkeerde beleggingsrekening, dan ben je uiteraard geheel vrij om aan het belegde kapitaal bedragen te onttrekken. In die situatie gelden dan geen gunstige fiscale regelingen. Of het verstandig is om naar believen geld te onttrekken, is natuurlijk een kwestie die nauw samenhangt met het beleggingsdoel: pensioen of aanvulling pensioen.
Omdat zij nog zeker twintig jaar te gaan heeft tot haar pensioen, is het van belang om zoveel mogelijk van het belegde kapitaal af te blijven. En omdat haar beleggingsrekening het toestaat om daaraan naar eigen believen te onttrekken, is zelfbeheersing van het grootste belang. Na mijn toelichting zag zij ook wel in dat het beter was om niet voor de vierde keer de beleggingsrekening aan te spreken, als zij het kapitaal wil aanwenden voor een aanvulling van haar pensioen. Met haar toestemming heeft ze mij haar verhaal laten delen. Ze gaf toe dat dit de weg van de minste weerstand was en besloot mijn advies op te volgen om de uitgaven ten laste van haar vakantie-uitkering te laten plaatsvinden.
Emile Drost is oprichter en vermogensbeheerder bij De' Medici Vermogensbeheer.